Bronnering
De eerste stap die we gezet hebben is de slangen in de grond brengen. We hebben gekozen voor bronnering i.p.v. oppervlakkige uitwisseling.
Er zouden drie gaten geboord worden van ieder ruim 80 meter.
De boorder gaf van tevoren al aan dat het moeilijk zou kunnen zijn.
Hij kreeg gelijk.
We zitten in het gebied van de peelbreuken waardoor de samenstelling van de bodem onvoorspelbaar is en met name het grint voor problemen zou kunnen zorgen.
Het boren tot 85 meter viel mee, maar tijdens het naar boven halen van de boor gingen de grotere stenen wringen waardoor de zijkant werd losgewoeld en het boorgat gedeeltelijk instortte.
Dit gebeurde bij het eerste en het tweede boorgat waardoor ze resp. 40 en 60 meter haalde. De derde ging wel goed maar de vierde ging weer fout zodat er een vijfde nodig was. Met name door de toevoeging van een grote hoeveelheid bentoniet (een klei product) verliep de vijfde boring soepel.
Na de boring werd de slang onderaan verzwaard met een ijzeren staaf en gevuld met water en werden ze naar beneden gelaten.